Verslaving als geschenk » Blog Archive » leeglopen of opladen?

leeglopen of opladen?

Posted by Dees on september 29, 2009
Geen rubriek

Werkgroep Buitenveldert / A.J. Ernststraat 112, Amsterdam: 44e verslag-ma.21.9.09-5 dln.

Opening bijeenkomst: 20 uur; de gespreksleider heet de aanwezigen welkom en stelt vast dat er geen nieuwelingen aanwezig zijn. De reguliere gespreksleider heeft mij verzocht mede te delen dat hij wegens familieomstandigheden is verhinderd. Tevens heeft hij aan mij gevraagd hem als gespreksleider te vervangen.
Mededelingen: zaterdag 10 oktober vindt de jaarvergadering van alle groepen in Haarlem plaats. Nadere mededelingen volgen.

Daartoe uitgenodigd beraden de aanwezigen zich over de keuze voor een gespreksonderwerp. Hiertoe doet A het volgende voorstel:

A: Wat mij de laatste tijd ontmoedigt is het feit dat mensen lijken te twijfelen of je nog wel of niet meer kunt gebruiken. Ook komt terugval regelmatig aan de orde. Daarbij wordt dat alles zo theoretisch besproken. Voel me dan vaak machteloos en ga doodmoe weg uit de groep. Wat moet je doen om het tij te keren? Zelf heb ik een besluit genomen en daar sta ik nog steeds achter. In plaats van gesterkt en met nieuwe voorbeelden naar huis te gaan, voel ik me vaak leeggezogen.

Desgevraagd blijken alle aanwezigen het eens met dit voorstel, waarop de gespreksronde een aanvang neemt:

B: Ik heb geen stop als er zoiets gebeurd: als ik één borreltje heb gebruikt is het hek van de dam. Ook heb ik weinig gevoel bij ontsporingen van anderen. Bij mijzelf is het me nog niet helemaal duidelijk. Met externe hulp ben ik diep aan het graven. Ik heb zware traumatische ervaringen met anderen en mijzelf meegemaakt; dood en verderf. Sinds anderhalf jaar maak ik grote sprongen. Soms ontspoor ik en dat verafschuw ik tevens. De exacte reden voor die ontsporing is me niet duidelijk. Gebruik ontregelt mij en kennelijk ook anderen. Als ik lang niet gebruikt heb, dan kan ik me ook storen aan het hergebruik van anderen. Ik ben en blijf positief.

C: Ik zie me zelf als een zondagskind. Tot mijn 45e. Toen kwam alle rampspoed. Mijn echtscheiding waarbij mijn vertrouwen zwaar beschaamd is. Werd ook ziek, maar dat viel wel mee. Toch heb ik een soort trauma aan deze periode overgehouden, waarbij ik ook niet goed ben geholpen. Drank bood verlichting. 10 jaar lang rechtszaken: ik kon het leven niet meer aan. Brand in mijn zaak, moeder ernstig ziek, gelukkig mijn vader ok. Veel drinken. Toen ik hier werd gebracht ontstond inzicht. Angst voor een terugval heb ik niet. Ik wil zelfs niet meer aan drank denken. Emotioneel doet het spreken erover me veel, merk ik en jullie zien dat zeker ook. Die man was de grootste trigger, nee niet mannen in het algemeen. Ik sta nu wel weer positief in het leven.

D: Drinken hoort erbij, heb ik heel lang gedacht. Het besef dat het niet goed was voor mij ontstond 10 jaar geleden. Ik was wel degelijk een uitzondering. Besef nu langzamerhand dat het een ziekte is, alcoholisme. Wat zijn voor mij de triggers? Alleen zijn, teleurstellingen in mensen, wanhoop. Verkeer nu in de opbouwfase van een relatie met mijn kinderen; gaat dat wel goed? Ik hoop het echt want ik heb ze nodig. Ik heb het gevoel er nog niet echt vanaf te zijn; dat kan me wanhopig maken. Ik heb al veel geprobeerd maar zelfhelp helpt me het beste.

E: Ik zit hier voor mijzelf. Ik heb moeten leren niet andermans last op mijn schouders te nemen. Ik moet me bepreken tot mijzelf. Natuurlijk heb ik compassie met degenen die hun voornemens zien verpulveren. Zeker toen het beter met mij ging had een dominees- of zendelingenneiging. Maar daar blijft het dan tegenwoordig bij. Vroeger had ik de neiging om me te ‘verliezen’ in een ander. Ik heb met schade en schande moeten leren dat ik mijn eigen sores moet dragen en zo mogelijk oplossen en een ander zijn portie. Gisteren hadden we bezoek van een echtpaar waarvan de vrouw een oude vriendin van mijn vrouw is. Hun zoon is met drugs in aanraking gekomen en heeft er in gehandeld. De vriendin was degene die haar zoon bij de rechtbank en in de gevangenis opzocht. Hij heeft niets gedaan. Dat is een grote onopgeloste kwestie. Voor hen wel te verstaan. Ik ben bereid er over te spreken, maar dan moet het initiatief wel van hen komen. Ik houd het zoveel mogelijk bij mezelf.

Hiermede is de gespreksronde voltooid en krijgt A de gelegenheid af te ronden; hij zegt:

Ik vind het raar. Ik hoef me niet meer bezig te houden met mijn besluit. Ik vind het raar dat ik het hier zo vaak hoor. Mijn besluit om niet te drinken kan ik steeds makkelijker invullen. Daarnaast ben ik bezig de consequenties van mijn gebruik op te ruimen. Ik luister goed en zie alles wat er gebeurt. Ik denk dat het voor mij goed is mijn bezoek frequentie aan de groep te verlagen. Heel lang heb ik het als een soort ‘mindfuck’ gezien en niet als een ziekte. Het afgelopen jaar heb ik veel te verwerken gehad; nuchter, wel te verstaan.

De gespreksleider dankt A voor het onderwerp en de aanwezigen voor hun inbreng, verzoekt een ieder enig geld in de groepspot te doneren en sluit de bijeenkomst om 21.05 uur.

Amsterdam, september 2009

No comments yet.

Leave a comment

WP_Big_City

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.